Het geval:
Omstreeks 03.10 uur waren verbalisanten, gekleed in burger, in de binnenstad belast met controle op illegaal taxivervoer. Twee jongens, die ze al twee keer eerder in een Saab hadden zien langsrijden, liepen in hun richting. Een van die jongens riep naar hen: “Wil er hier nog iemand naar huis?” Verbalisanten zeiden dat ze naar de Vierde Haren wilden. Dit was geen probleem en ze werden uitgenodigd om mee te lopen naar de Saab. De achterbank werd vrijgemaakt. Op dat moment vroegen verbalisanten: “Wat gaat dat eigenlijk kosten?” Een van de jongens zei hierop: “Wat kost een normale taxi?”. Op het antwoord van verbalisanten dat zij dat niet wisten, stelde de jongen een bedrag van 20 euro voor. De jongen wordt als snorder veroordeeld, maar gaat in hoger beroep.
Het verweer:
De raadsman pleit voor niet-ontvankelijkheid van het OM. Doordat verbalisanten vroegen naar de ritprijs, zou cliënt zijn uitgelokt tot het verrichten van illegaal taxivervoer. Cliënt bood slechts vervoer aan omdat hij wilde helpen zonder daarvoor geld te vragen. Hij werd overrompeld door de vraag wat de rit zou moeten kosten en kwam toen op het idee om een prijs te noemen. Hij had niet de intentie om personen te vervoeren tegen betaling en is daartoe door de verbalisanten uitgelokt.
De uitspraak:
Het hof stelt voorop dat het door de verbalisanten ter opsporing van illegaal taxivervoer ingaan op een aanbod tot vervoer, zoals dit heeft plaatsgevonden, niet onrechtmatig is, ook niet indien door hen, als reactie op dat aanbod, wordt gevraagd naar de prijs. Naar het oordeel van het hof is niet aannemelijk geworden dat verdachte door de verbalisanten is gebracht tot andere handelingen dan die waarop zijn opzet reeds tevoren was gericht. Het hof verwerpt het verweer dat er sprake zou zijn geweest van uitlokking en veroordeelt de verdachte.
LJN: BQ9521, Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Uit: politievakblad Blauw, maandag 21 november 2011.